Telescopen 1957-1977

GESCHIEDENIS VAN MIJN TELESCOPEN: 1957-1977

 

 

Mijn interesse in de sterrenhemel begint ergens aan het einde van de jaren 50.

Mijn vader nam me op een avond in oktober 1957 mee naar buiten en het wonder geschiedde: we zagen de Spoetnik-1 overkomen als een bewegend stipje tussen de sterren. We realiseerden ons dat het ongelooflijke was gebeurd: de Ruimtevaart was begonnen!

Later: mijn oudste broer Jan neemt een boek mee waar hele vreemde foto’s in staan: een bol met een ring eromheen, vreemde nevelvlekken, ongelooflijke foto’s van de maankraters.
Het zou nog jaren duren voor ik in die arme tijd een kijkertje kon kopen. Maar ik was zo trots toen ik in 1964 met mijn op de tuinderij van zwager Cor en zus Annelies verdiende centjes een sterrenkijkertje met een lens van 4 cm diameter kon kopen. Ik zette het ding op de vensterbank van mijn slaapkamertje en keek uit over de weilanden achter de spoorlijn achter ons ouderlijk huis in Woerden. Het sikkeltje van Venus en de manen van Jupiter had ik nog nooit zelf gezien en gaven me een bijzondere vreugde.

In de zomer van 1966 zat ik ’s avonds eenzaam op mijn kamertje op de Kanaalweg in Utrecht . 8 weken lang werkte ik als hulp van een paar Duitse technici op de Pegus electriciteitscentrale. In het enorme gebouw genoot ik vaak van de muziek van Sonny en Cher die daar regelmatig werd gedraaid. Of verbeelde ik me dat?

De eenzaamheid was groot, maar ik kon na die 8 weken, met wat extra geld van vader , een Yamatar 702 refractor kopen met 75 mm lens en vergrotingen tot 200x.

Jaren heb ik daar mee in de achtertuin van het huis in Woerden gekeken, steeds maar tekeningen makend (helaas erg slordig) van Jupiter en Saturnus.

In die tijd kwam de pater van de katholieke kerk wel eens op bezoek bij mijn vader. Na al die jaren herinnerde ik me nog hun zorgen over het feit dat ik niet achter de meisjes aan zat maar me bezig hield met onbegrijpelijke dingen aan de sterrenhemel.
Bijzonder was de nacht in april 1970. Komeet Bennett verscheen aan de hemel! Prachtig te zien in deze vrij kleine kijker.
Met groot enthousiasme wilde ik die komeet, om 3 uur ’s nachts, aan mijn vader laten zien. Ik zal maar niet zeggen wat hij zei nadat ik hem wakker had gemaakt…

Vele familieleden en bekenden hebben ook door mijn telescoop gekeken. Er was echter niemand blijvend in vuur en vlam gezet.De deepsky- objecten waren niet bijzonder door deze kijker. De bolvormige sterrenhoop M13 was alleen maar een ronde vlek .De planeten zagen er echter voldoende interessant uit.  Toch was de lichtvervuiling aan de zuidrand van Woerden heel beperkt. In de jaren na 1980 zou het hele weiland daar volgebouwd worden..

In 1971 kreeg ik voor het eerst het gevoel dat ik een spiegel zou willen slijpen. Maar het ontbrak me aan het doorzettingsvermogen om al te beginnen…

In die jaren was ik vooral bezig met allerlei baantjes, op de universiteit van Utrecht en op de vetfabriek in Zwijndrecht: allemaal ter opvulling van de tijd tot mei 1977: de maand dat vriend Jan en ik een grote reis naar Australië zouden maken. Op de fiets …..

We hadden die reis bedacht op een avondje bij Jan thuis in Utrecht, in oktober 1973. Ik woonde toen ook in Utrecht

Maar… terwijl ik in september 1974mijn eerste grote fietstocht maakte van Noorden via de Harz en Bremen weer terug naar Noorden hield Jan het fietsen al voor gezien bij een tocht naar Limburg. In 1974, toen mijn studie scheikunde afgerond was, vertrok ik naar een huisje op de tuinderij van Cor en Annelies(mijn jongste zuster) in Noorden (Zuid-Holland) De omgeving was fraai om te kanoen en te schaatsen en te zwemmmen, want de Nieuwkoopse Plassen waren vlakbij.

Samen met broer Heinz bouwde ik een uitklapbare sterrenwacht, waar de kijker in kon staan. De 75 mm refractor werd verkocht aan John Koster en ik kon met erfenisgeld een celestron 5 inch Schmidt-Cassegrain kopen. Dit apparaat kon volgen en ik maakte enthousiast mijn eerste zwartwit foto’s van het sterrenbeeld Leeuw. Die foto’s ontwikkelde en drukte ik zelf af. Want fotografie en dokawerk was ook een hobby van me geworden!
Ik heb van alles waargenomen,vaak steeds dezelfde dingen en heb de Messierlijst hier niet afgewerkt. Ik keek erg vaak naar de planeten en enige bekende nevels en sterrenhopen. Een hoogtepunt was de verschijning van komeet West in maart 1976 bij de ster epsilon Pegasi. Ik zie de foto en de tekening nog voor me, een verticale staartster boven de bloemenkassen in de vroege ochtend .
Ik heb niet zovel aan sterrenkijken gedaan als ik verwacht had. Eenzaamheid in die afgelegen buurt, moeilijkheden om werk te vinden, alles eiste zijn tol.
1974 ging voorbij, 1975 schreed voort. Ik had me er al bij neergelegd dat ik de fietstocht alleen zou moeten maken.
Maar op een dag in september kwam Jan op bezoek en vroeg of ik zin had om de tocht per motor te maken!? Nu was het zo dat hij al motorfreak was en dat ik nauwelijks een brommer kon besturen…
Niet getreurd: doorzetten was de boodschap: Ik nam motorrijles en kocht een oude 650 cc Triumph T6 uit 1954 in Gouda. Het geval bleek een geweldige brulaap te zijn. Voor een proefrijbewijs, dat in die jaren nog mogelijk was, als je maar niet buiten je woonplaats kwam met de motor, kreeg ik problemen met de politie in Woerden. Zoooo oud, klaagden ze…

Maar ik kreeg toch mijn zin.

Augustus 1977

Waar ik al jaren van gedroomd had is begonnen. Jan van Kruijsbergen en ik beginnen aan een motorreis naar Australie.
Ik had mijn motor afgeladen vol en ook de C5 ging mee. Die ging op de eerste dag al terug omdat mijn motor overbeladen bleek.Bij een val bleek het frame verbogen!
De broer van Jan repareerde mijn verbogen motorframe in Oss.

In Nice : 20×80 verrekijker gekocht
Aan de Joegoslavische kust, waar overdag de vage eilanden in de blauwe waas van de verte oplosten: ’s nachts genoten van de Messierobjecten in de Schutter
Verder onderweg betekende de hemel weinig, behalve die bitter koude nacht in Anatolie, waar ik in mijn slaapzak op de helling van de vulkaan Erciyes Dagi naar de fantastische sterrenhemel keek en Venus zag flonkeren in de dageraad.