DE GOEDE FEE BESTAAT!

EEN ANDERE EPISODE UIT DE VROEGE JAREN VAN “THE GREATEST”

WOERDEN  ,October 1962  : De Goede Fee bestaat!

Somber kijk ik vanachter de pereboom  naar de straat, waar ouwe buurman Tuitelaar al aan komt kreukelen. De kruitdampwolken  zijn nog maar net boven de sloot naast zijn huis weggetrokken  of hij komt al  bij mijn ouders zeiken. Dat wordt dus weer slaag…
We kunnen verdorie nooit eens lol hebben of de ouwe buren komen mekkeren.
Mijn vriendje en ik hebben onlangs de doorbraak  bereikt : in een schimmig kruidenierszaakje in Polanen verkochten ze de cruciale stof kalisalpeter en wel voor maar één gulden per kilo!
Tot onze verbijstering wordt dat spul ook voor kaasbereiding gebruikt! Een jaar geleden hebben we de formule voor buskruit in de Donald Duck gevonden ; direct waren we wildenthousiast, want er openden zich nieuwe, geweldige mogelijkheden voor kattekwaad.
Maar hoe aan de stoffen te komen?!
Geld werd verdiend door langdurige arbeid op een tuinderij ; er werd maar liefst f 0,25 per uur verdiend! De houtskool  konden we krijgen bij een brandstoffenhandel  , maar de zwavel?
Deze stof had toch wel een huiveringwekkend imago .Met hartkloppingen en angstzweet toog ik naar de oude drogisterij in de Voorstraat . Het winkeltje kon door Anton Pieck ontworpen zijn .. Ik wachtte tot de winkel leeg was… Eenmaal binnengekomen bracht ik hees en met nederige stem mijn  verzoek uit : een pond zwavelpoeder alstublieft.
Zwavel?!  Waar heb je dat voor nodig, jochie? zei het omaatje dat me hielp.
Nou, mevrouw, onze hond heeft vlooien en mijn oma zegt dat zwavel helpt.
Oh, dan is het goed..

Nadat ook de salpeter er was konden we aan de gang. Maar de verhouding in Donald Duck klopte niet en het had nog heel wat voeten in aarde   voor we een bruikbaar kruitmengsel hadden gemaakt.
En op deze dag wilde ik een soort V2 op een bootje naar mijn vriendje sturen, dat verderop aan de sloot woonde. Helaas dreunde het bij Tuitelaar al uit elkaar….
En nu nadert die Tuitelaar al krakend ons lage tuinhek..
Opeens, een geweldige commotie in de keuken en even later komt onze teckel, Seppel von Geitius,  briesend door de achterdeur naar buiten stormen. Ze is in een zeer slechte bui en  haar rugharen staan van kop tot staart overeind. Waarschijnlijk heeft de Angorakat, haar aartsvijand, haar voerbak leeggevreten en is daarna aan terechte wraak ontsnapt door op de aanrecht te springen.

Ik heb de eerste keer dat dat gebeurde, meegemaakt. De Angorakat  zat op zijn gemak uit haar bak te schransen en  de teckel stond er glazig bij te kijken. Ze kon de enormiteit van het gebeuren niet bevatten ; haar computer was gecrasht. Zelf vond ze het normaal om de voerbak ven de katten  leeg te  vreten, als ze daartoe de kans kreeg . De katten maakten daar geen probleem van, want een keer knerpen bij de bedienden leverde meteen nieuw voer.
Door flink aan haar staart te trekken bracht ik haar weer terug in de werkelijkheid en ze ontplofte totaal van woede. De kat moest hem met gezwinde spoed smeren.

De buurman zet net zijn tweede been over het hek als de teckel hem ziet. Onmiddellijk verandert ze van richting  en dendert op hem af. Tuitelaar schrikt hevig en begint weer over het hek te stappen. Maar de teckel kan hem net grijpen in het tweede been dat er over wil.
Heerlijk grauwend kan ze haar frustratie kwijt. Na voldoende geknauwd te hebben dribbelt ze tevreden terug naar binnen. De buurman druipt mompelend af.
Voor mij was het gevaar nu afgewend! En tegelijk kreeg ik natuurlijk een lumineus idee!
Elke keer als een van de ouwe buren naderde om te komen zeuren over mijn kattekwaad, pakte ik de teckel, maakte haar flink nijdig ( wat op grond van haar buitengewoon opvliegende karakter heel eenvoudig was) en stuurde haar naar buiten .
Eindelijk geen pakken slaag meer!

Bestond de Goede Fee dan toch?

Veel later heb ik het verdere verhaal gehoord. De buurman is op een gegeven dag toch de politie gaan bellen, om beklag te doen over het gedrag van onze hond. “Ernstige zaak, meneer”zei men bij de politie, “wat voor een hond is het : een bouvier , rotweiler of een duitse herder?

“” Een takshond…”

Huilend van het lachen heeft de politie weer de hoorn opgelegd.
De boze buurman heeft echter een keer op straat gewacht tot mijn vader verscheen. Die zei dat het toch een ernstige zaak was, en dat hij de hond zou toespreken. Weer thuisgekomen viel hij echter in een deuk van het lachen ; hij had een zeer hoge dunk van de teckel en moedigde diens agressieve gedrag te pas en te onpas aan.

En zo was er eens een keer een happy end.