MELANCHOLIE AAN DE RIVIERA

MELANCHOLIE AAN DE RIVIERA
Menton ,September 1977

Urenlang zijn we door de uitlopers van de Franse Alpen naar het zuiden gereden.Het lijkt er nu op dat er aan de luxueuze Cote d ‘Azur geen plaats is voor tenten.
En die drukte! We ergeren ons wezenloos in  Nice, maar het uitzicht op de Middellandse zee is schitterend! De blauwe zee ontmoet in de verte, via een mistig overgangsgebied, de felblauwe hemelkoepel.
Onze laatste kans voor de Italiaanse grens is Menton. Godzijdank hebben ze daar nog vrije plaatsen, dat zien we tenminste vanaf de weg. We parkeren de motoren bij de ingang en Jan gaat  ons inschrijven.
Ik ben erg moe en loom en hang wat tegen de motor aan .Ik kijk wat om me heen en zie rechts van me een vrouwtje uit een huis naast de  camping scharrelen. Ze lijkt een beetje op Vrouw Holle uit de sprookjes van Grimm!
Tegelijk met haar komt een mager scharminkel van een hond naar buiten dribbelen ; zo te zien is het een zeer magere tekkel. Nieuwsgierig komt hij naderbij en begint mijn motor te besnuffelen. Ik heb toch even niets te doen en trek hem maar aan zijn staart. Een woedende uitval is het gevolg!
Nou ja; ik heb nog een zak met nootjes in mijn jaszak en geef hem een handje:
Vreet! Schrans! Op!
Meer!!
Schrans!Vreet! Op!
Meer!!
Het beest is volkomen uitgehongerd.
Nee, Snuf, ik heb niet meer…
Hij scharrelt verder ,licht zijn poot tegen het voorwiel van Jan’s motor en pist er eens flink tegen.
“Wel, godgloeiende …… Sodemieter op ,vies beest!! “
Jan komt aanrennen en wil Dunne Tekkel een flinke schop geven. Die springt echter achteruit en begint daarna nijdig op en neer te springen. Jan wil nog eens uithalen, maar dan wordt het beestje naar binnen geroepen.
We zijn niet te weinig moe!! Ja,zo’n motortrektocht is toch niet mis, vooral niet als je bijna elke dag je tent moet opzetten en afbreken.
We     worstelen met de spullen op onze plek ,onderwijl kennismakend met onze buren, twee Engelse jongens, genaamd Kevin en John.
De volgende ochtend ben ik zoals gewoonlijk veel eerder uit mijn tent dan Jan. Ik geef een ram tegen zijn tentstok en er komt een moeizaam gesteun.
Uiteindelijk komt hij uit de tent kruipen : Jan, jouw beurt om koffie te maken! Haha.
Het is weer een stralende dag  en we denken er sterk over om het strand te bezoeken . jeweetwel, Mediterranee, zo blauw, zo blauw…

“Weet je wat me daar zo leuk lijkt, “zegt Jan, als hij het koffiefilter boven de thermoskan volschenkt, : die.
Verder komt hij niet. Totaal onverwachts komt Dunne Tekkel vanachter de tent vandaan scheuren en doet een woedende uitval naar Jan!  Die schrikt zich wezenloos en stoot de koffietoestand om op het zeil voor de tent.  “Wel godgloeiende daar is dat klerebeest weer!!!
De tekkel schrikt van het lawaai en scharrelt verder, naar onze Engelse buren. Die waren net hun ontbijt aan het voorbereiden, maar nu zie ik ze achter de struiken gluren, naar de buurvrouw van de tent verderop .Die ligt in haar blote retteketet te zonnen.
Dunne Tekkel neemt zijn kans waar en begint aan de worstjes te schransen, die op een metalen bordje liggen.
“Faaaaaaaaak.!!!!   Kevin  heeft toch iets gehoord en komt nijdig aanstieren. “John, our sausages ! huilt hij.
Dunne Tekkel gepst er vandoor ,twee worstjes nog in zijn muil.
Dan ziet Kevin mij: “You saw it happen , you could have prevented it!!
“Haw,Haw, why  should  I? He pinched them honestly. Damn good raid , what?!
Na mij een hatende blik toegeworpen te hebben gaat hij weer terug naar zijn tent.
Wij brengen de dag grotendeels aan het strand door. Onwaarschijnlijk blauwe zee, met nevels die zo vroeg in de morgen in de blauwe verte verdwijnen.  Talloze stoeipoezen en adonissen bevolken het strand en de nabije zee.
Na een rustige avondmaaltijd  komt onze franse buurman aankuieren en nodigt ons uit om bij hem en zijn vriendin een glas wijn te gebruiken. Dat is uiteraard niet tegen dovemansoren gezegd en we schuiven even later bij zijn tent aan. Hij heet Jean-Claude Serafinowski  (je moet er maar opkomen!) en komt uit de Elzas.  Hij is leraar, iets wat Jan na de reis ook wil worden en de twee raken in een soort geanimeerd gesprek. Jean-Claude begint te schelden op Giscard d’Estaing (de premier) en de gewoonte in Frankrijk om een leraar naar een willekeurige plek in het land te sturen. Ik heb wat moeite met het Frans en kijk wat om me heen. Ik zie iets raars rondscharrelen, het lijkt wel zo’n soort smaustekkel, zo’n ruwharig geval. Misschien kan ik ook een bijdrage aan de conversatie bijdragen en ik zeg tegen Jean-Claude:
“Mesjeu , la; cest un chien du Taks du Smaus?
“”Comment?!?! Non, le chien la ce’st un Drahthaarteckél! “
“Huh?”
Voordat ik dit verwerkt heb, gebeurt er iets totaal onverwachts: achter onze tent vandaan komt opeens Dunne Tekkel aanrennen en wil zich met woedend geblaf op Jan storten!
Die schrikt zich( opnieuw) wezenloos en omdat hij net een beetje half voorovergehurkt stond om wijn in te schenken, dondert hij naar voren, tegen Jean-Claude aan. Die struikelt opzij tegen de tentstok aan. Terwijl de tent instort trapt hij met zijn voet de net  geopende andere wijnfles om. Algehele consternatie!
“Shit!Shit!Shit!
“Nom de Dieu! Putain! Merde!
Haw!Haw !Haw!
“Het lijkt erop dat ie jou moet hebben,Jan!
Dat is verdikkeme een tekkel van stavast. Hij doet me denken aan onze eigen tekkel vroeger : Seppel Von Geitius, alias The Greatest in the Universe *). Die heb ik voor het laatst in  1967 gezien. Ze zal nu wel op de eeuwige jachtvelden voor altijd melkboeren, postbodes, bakkers, groenteboeren, wijkagenten enz. enz achterna zitten. Vol melancholie pink ik een traan weg…Ik hoop dat haar aartsvijand, de angorakat, daar ook is…..
Het begin van een lome middag.
Jan is ergens ouwehoeren ; ik probeer wat te tekenen.
Vlak bij het pleegebouw  stopt een auto en een hele Franse familie komt uitstappen. Maar ook een vet creatuur, dat (opnieuw!) een kortharige tekkel blijkt te zijn! Deze hobbelt  wat  rond aan een lange riem terwijl de familie met veel geschreeuw de tent opzet.
Toevallig komt ook net de buurvrouw van achter de struiken langstrippelen, die van die blote eh… dinges.
“Oooooooohhhhhhhh, you sweeeeeeeeeeeeet thingggg!” teemt ze.
Ze bukt zich en “Here.. let me………..
Dikke Tekkel loert haar verschroeiend aan  en  ontbloot zijn tanden, terwijl uit zijn dikke pens een onderaards gerommel klinkt..
“Ooooooooooooohhhhhhhhhhhh, you aaaaaaaare noooooooooooooot sweeeeeeeeeet!’  knerpt ze weer. Dikke Tekkel is het daar volledig mee eens en hobbelt dreigend op haar af.
“Oooooh, Oooooohhhh, Ooooooohhhh, you are awfullllllll! En ze trippelt diep beledigd weg.
Jan komt net weer aanslenteren : “Is daar nog zo’n klerebeest?!
“Ja, net gekomen. Dit is toch een leukere camping dan ik dacht. Je maakt hier nog eens wat mee!”

Ondertussen  heeft Dikke Tekkel positie gekozen om pleegangers bij hun kladden te kunnen grijpen. Hij wordt daarbij wel gehinderd door de riem…   Langzaam komt er een schitterend idee bij me op..
We brengen de middag door met plannen over de verdere tocht in Europa. We willen op tijd door de hoge bergen van Perzie en Afghanistan komen ,anders zitten we daar klem in de sneeuw. Het geeft een heel onbestemd gevoel, het idee dat je over land en individueel door die ruige gebieden zal rijden. Niemand  zal voor ons opdraaien; we zijn zelf verantwoordelijk. We zijn bezig met het realiseren van een oude droom. Australie moet haalbaar zijn, maar waar moeten we het water over?
-Mijn beurt om eten te maken. Terwijl ik zit te prutsen onderhoudt Jan zich   met  die truttebol van verderop. Gelukkig moet hij  afwassen en ik kan even lekker uitbuiken, wanhopig proberend een Franse krant te lezen.
Een tijd later komt Jan weer uit het pleegebouw, een toren van pannen,borden en bestek balancerend in zijn handen.
“Ooooohhhh,Jaaaaaan, hoooooowww wazzzzzz yourrrrr meeeaaalllll? kwijlt de buurvrouw.
Jan  draait zijn hoofd opzij en loop wat naar rechts. Op dat moment doet Dikke Tekkel een denderende uitval, met groot succes,omdat ik zijn riem had losgemaakt! Jan wil opzij stappen, struikelt over het tentpaaltje van de Franse familie en gaat languit met de hele rotzooi in een modderige plas!   Pa Fransoos komt uit de tent en gilt “Onyx, ici!!” Dikke Tekkel laat zijn prooi los en hobbelt naar binnen.
“Oooooohhhhh, Jaaaaaaannn, did that aaaaawwwwwfulll animal hurt youuuu?!
‘”Haw,haw,haw,haw,haw”ik krijg een complete stuip van het lachen!

Öooooooooooohhhhhhh, your friennnnd iss  nooooot niiiiice!!

“Haw, haw, haw; om je te bescheuren!
Dan maar de fles.
De volgende morgen. De nevels vervliegen in de zonneschijn. Jan staat voor de tent.En kijkt om zich heen. Bij het pleegebouw ziet hij Dikke Tekkel vol verwachting heen en weer hopsen. Hij kijkt naar de ingang en ziet daar Dunne Tekkel  met een hoog tempo naderbij komen.
“Ik ben het hier zat ,zegt hij huilerig.  “Ik had  me de Riviera zo anders voorgesteld! Laten we weggaan !
Anderhalf uur later hebben we alles op de motoren geladen en gaan richting uitgang. Jan rekent af en zit al weer bijna op de motor als de deur van het huis van Vrouw Holle opengaat.
En ja hoor, daar komt Dunne Tekkel aanscheuren, recht op Jan af.
”Horace! Vient!! gilt het vrouwtje.
Maar Horace vient niet! Hij heeft zijn prooi in het vizier!
Net op tijd scheuren we er van door. In mijn achteruitkijkspiegel zie ik Dunne Tekkel achter ons aan gepsen. Niet ver daarachter komt Dikke Tekkel aanhopsen.

Wij rijden richting Italie, het ongewisse tegemoet.