Telescopen 1978-1992

GESCHIEDENIS VAN MIJN TELESCOPEN:

Victoria- New South Wales, februari-november 1978

De zuidelijke sterrenhemel, de Magellaanse wolken, voor het eerst gezien als vage schimmen  op een avond na een vermoeiende werkdag in de perenboomgaard van Cobram in het noorden van Victoria. Na enige weken verhuisden we naar North-Sydney, omdat het leven op het platteland afstompend was, vooral door de eigenaardige en vaak agressieve mensen die in de barakken huisden.
In Sydney zag ik een krant met een advertentie voor een starparty in een van de voorsteden.Ik ben er heen gegaan en dat bleek een heel goed idee. Het bracht me vriendschap, het bracht me liefde en ik  heb de vreugde van het groepswaarnemen in de Blue Mountains mogen meemaken.

Ik heb goede vrienden leren  kennen; vooral Ken Wallace .
Ik kocht een C90 , een 9 cm Maksutov-Cassegrain en ging daarmee op de motor naar de kijkavonden op Bowen Mountain, zo’n 100 km ten westen van Sydney. Richting west was de lucht prachtig; zelfs heb ik eens het zodiakale licht gezien. Omega Centauri was zelfs door deze kleine kijker indrukwekkend.
Ik leerde Beryl van Hest kennen tijdens een  bijeenkomst van de Astronomical Society of New South Wales. We werden geliefden. Hoe wreed was het afscheid in november, toen ik naar Maleisie verdween. Maar ik was teveel Bohemien voor haar. Toch  hebben nog enige jaren geschreven en ik heb lang een aquarel van haar bewaard .Mooi was de nacht in september 1978 toen wij achter in de tuin van haar ouders de maansverduistering hebben bekeken.
Terug in Nederland was ik ontheemd. In februari 1979 vertrok ik met Laker Airways van Londen naar New York, voor een echt luttel bedrag. Ook voor een luttel bedrag kon ik met de bus naar Los Angeles en vandaar naar Vancouver, alwaar ik bij Ron en Lidy zou logeren. Zij waren twee geemigreerde vrienden uit Purmerend.7 dagen en nachten heb ik in de Greyhound bus doorgebracht. Tweemaal had ik het plan om onderweg een keer buiten de bus te overnachten: eerst in Tulsa -Oklahoma waar ik een tijd met de koffer rondliep en gewoon weer bij het busstation eindigde; de tweede maal in Los Angeles bij het YMCA. Toen ik daar het vele malen opengewerkte slot van de kamerdeur zag dacht ik : laat maar en stapte op de bus naar San Francisco.
Onderweg heb ik nog enige dagen bij Craig Holden in Palo Alto gelogeerd. Ik had hem ontmoet in 1977 in Rawalpindi(Pakistan) Oregon 1979
Op 24 februari 1979 vertrokken Ron en Lidy en ik  we richting Oregon om de totale zonsverduistering van 26 februari te zien. We voelden aan dat het op de dag zelf een gigantisch drukke bende zou worden met vaststaand verkeer. Daarom waren we zo snugger om de dag van te voren ergens op een heuvel te gaan kamperen. De dag zelf: zwaarbewolkt. Diepe droefenis. Maar… de goede fee greep in. In razend tempo verdween de bewolking om ons het fantastische schouwspel te laten zien!! We zagen inderdaad vanaf de heuvel de schaduw over  het land racen.
Terug in Nederland heb ik enige tijd bij Erik en Ronald in Roosendaal gewoond en daarna  in een kamer op de Laan van Brabant in Roosendaal. De volkssterrenwacht Simon Stevin was niet ver weg en  in de lente van 1979 begon ik aan een cursus spiegelslijpen.Mijn doel was een 20 cm f6 en dat wekte verbazing op : zo’n grote spiegel als eerste! Twee weekenden ben ik daar geweest en ik heb veel opgestoken. We waren daar met zijn zessen bezig en er was een instructeur.
Ik deed uitzend werk in de erwtenfabriek  in Stampersgat, de bekertjesfabriek Mona in Etten-Leur en waar al niet meer. Maar  ik kon niet mijn scheikunde opleiding laten zitten! Scheikundeleraar worden lukte maar niet, hopeloze tijd. Ik ging een natuurkundebevoegdheid halen op een school in Bilthoven.
.In oktober 1979 verhuisde ik naar de Steeg in Utrecht, het zijstraatje van de Jutfaseweg waar Jan van Kruijsbergen ook had gewoond. Belangrijkste bewoners: De Big( een bullterrier) en Wammes(een kat op hetzelfde adres als de big) Hier, in een onbewoonbaar verklaard huisje, zou ik mijn 20 cm spiegel afmaken.
Maar  ik was niet genoeg gemotiveerd , gaf het op en bracht mijn half afgepolijste spiegel bij de Oude Delft in Delft. Zij maakten hem af voor het toch wel forse bedrag van 400 gulden, inclusief de Aluminium laag. In januari 1980 had ik eindelijk werk, 12 uur scheikunde op het Herman Jordan Lyceum in Zeist. Ondanks de grote werkloosheid onder docenten! Maar ik had het geluk dat Cees Willemsen, de conrector , alleen die 2 mensen op de grote lijst  liet opdraven die telefoon hadden… En daar was ik er een van!!
In de loop van het jaar bouwde ik de 20 cm Dobson en zette vol verwachting de spiegel erin. Maar het beeld viel tegen,, Boven 60x was het zeer onscherp. Ik begreep er weinig van, zocht de zaak niet tot de bodem uit, maar kwam toevallig terecht bij  Hans Dekker in Groningen. Die testte de spiegel en merkte fijntjes op dat de spiegel 1 lambda sferische aberratie had. En dat bleek echt fataal. Ik had er nog te weinig verstand van om de enormiteit van deze afwijking in te zien. Hans Dekker heeft de spiegel opnieuw afgemaakt, maar gelukkig kon ik het op schoolkosten laten  doen…Tenslotte is de kijker voor veel kijkavonden op school gebruikt. Toen waren die nog leuk omdat de snelweg A28 nog niet naast de school lag.. Ondertussen begon ik te dromen van zelfgemaakte grote spiegels. Maar de weg daarheen zou lang zijn. In mijn jeugd was een 30 cm spiegel volkomen onbereikbaar.. Ik kwam in contact met Piet Kuit, een scheikundeleraar in ruste. Hij woonde in Bilthoven en hij was bereid me te helpen met het slijpen van een 15 cm f5 spiegel.Zelf had hij al veel spiegels t/m 30 cm diameter geslepen. Het lukte moeizaam ,vele keren heb ik Piet gebeld en hij heeft zelf nog wat onregelmatigheden weggehaald. De spiegel kwam in een Dobsonkijker en mijn vriendin Marie-Louise en ik namen hem mee om komeet Halley te bekijken  in de polder bij Breukelen en in de zomer van  1985  gebruikten we hem op de camping bij Berdorf in Luxemburg. De mooiste nacht met de kijker was die van ML en mij bij het Kootwijkerzand  op 31 mei 1985. Na het waarnemen hebben we tot de dageraad met de jubelende leeuweriken een ronde over het zand gelopen.
Ik verkocht de kijker aan een Uruguayaanse leerling voor 250 gld. Hij ging met zijn ouders weer terug naar Zuid-Amerika en mijn kijker ging mee! Ondertussen had ik de stoute schoenen aangetrokken en  ging aan het werk met een 25 cm spiegel. Nog steeds woonde ik in de Steeg en Marie-Louise woonde in Maarssenbroek. Ik werkte eraan in de kou van mijn steeghuisje (het huisje tochtte zo verschrikkelijk dat het niet warmer dan 16 graden was te krijgen).
In december 86 kwam Piet op mijn verjaardag en hij bod aan om de inmiddels gepolijste spiegel te paraboliseren en daarna te coaten voor in totaal 225 euro. Ik gaf toe en ontvluchtte daarmee dus het moeilijkste werk van het spiegelslijpen… Maar ondertussen had ik 2 plaatglazen schijven van 40 cm diameter  en 25 mm dikte laten maken( prijs ca 500 gulden!!)en hoopte daarmee een flinke Dobson te maken. Want ik had een dun boekje gekocht waarin diverse grote Dobsons stonden die in Amerika gemaakt ware. Het slijpen deed ik in de Steegkamer. Ik bracht het soms op om in een dag 100 ronden met slijppoeder 80 te doen  teneinde de spiegel uit te hollen. Uiteindelijk: zoveel moeite voor niets(?) Na poeder 1200 bleek dat de spiegel erg wigvormig was(gewoon niet op gelet, sukkel!?)  en liet ik het zitten..
In 1987 kwam de 25 cm telescoop gereed, afgemaakt met hulp van Jelle Kamerbeek, de wiskundeleraar van mijn school ,die voor een habbekrats voor de aluminiumbuis zorgde!
Het gevaarte zag het licht op de flat van Marie-Louise, waar ik ondertussen bij ingetrokken was. De kijker werd het werkpaard voor de kijkavonden op school en ging (in een andere vorm) ook mee naar de Jura, waar ik M51 eindelijk eens goed kon zien.
Op een goede dag in december 1988 was ik met ML in de grote winkel van Arie Boer in Giessenburg. Tot mijn verbazing zag ik daar binnen twee grote stapels glazen schijven staan! Ik heb net zo lang gezwoegd tot ik twee schijven van 41, 5 cm diameter vond van voldoende dikte, namelijk 3 en 2,5 cm. De prijs was een ongelooflijke 10 gulden!!. Toen begon de megaklus, het uithollen met C80 en het verder slijpen en polijsten. Een werk, niet normaal meer. Ontzettend veel vermoeiender en lastiger dan de 15 cm. Een flinke ruimte was nodig voor het gieten en bewerken van de polijstpeklap. Geknoei met pek, dat ML tot wanhoop bracht.. Ik heb geloof ik 9 maanden aan de correctie gewerkt.Het duurde zo lang omdat mijn inzicht te beperkt was…

Daartussendoor heb ik wel een bruikbare 20 cm f5 gemaakt, die in een mooie 12 hoekige multiplex buis het sterrenlicht in de Pyreneeen ging zien in de zomer van 1990.
De 41 cm  liet ik testen bij Rick ter Horst en Bart Posthuma van Opticon in Groningen (voor 100 gulden..) Zij vonden dat de spiegel wel  een kwart labda op het golffront was en bruikbaar voor deep-sky. Er was wel een zone. In de herfst van 1990 en de winter van 1991 bouwde ik de kijker af volgens een truss systeem dat ik heb afgekeken van David Kriege in Telescope Making Journal. Hier was ik al jaren op geabonneerd. Het ding werd toch zwaar omdat ik allerlei onderdelen van staal en dik(18 mm) multiplex maakte. Maar het was mijn eerste grote deep-sky kijker!!. img650 41 cm f5.3   img648 41 cm f5.3 Bevestiging trussbuizen onder.De buizen steunen op een aluminium hoekprofiel van 3 mm dikte.De M8 bouten zitten in de spiegeldoos gelijmd. img649 Bevestiging truss boven. Helaas niet goed te zien. Op de bovenring van de vangspiegelhouder zat een aluminiumhoekprofiel. Hierin 2 bouten M6 gelijmd. De trussbuizen hadden bovenin gaten die over die bouten vielen.De buizen werden geklemd met een M6 bout en een houten kapje en een vleugelmoer.

In 1997 ging de kijker mee naar de Luberon in Zuid-Frankrijk. De camping lag op maar 200 m hoogte en de mistral was zo erg bezig dat de seeing hopeloos was. Het waarnemen was een grote teleurstelling.