HONDEN-HIERARCHIE

De nieuwe hondenhierarchie volgens meneer van Schaik  

1           Kortharige tekkel

2           Witte Big 

een tijd niets 

3             Kolossale   Schijthond

4             Grote         Schijthond

5              Middelste Schijthond

6             Kleine       Schijter

  een tijd niets

7             Grote dunne bibberhond

8             Mormel

l9             Gedrocht

10           Viesje  

TOELICHTING
nr.1   :
   – Valt op door zijn guitige intelligentie          

  – briljant in het geniepig pakken van krantenjongens, postbodes, Jehova’s getuigen, klagende buren, melkboeren, bakkers, groenteboeren etc.             

   – staat bij zichzelf bekend als “De Grootste in het Heelal”            

   – verdere goede eigenschappen : – ontzettend gauw kwaad                                                                         – snel aangebrand                                                                          – zeer opvliegend                                                                          – ongehoorzaam, behalve als je zegt: grijp die    vent!            

    – juiste karaktertrekken ontwikkelen zich vooral door samenwonen met valse     Angorakat  

nr.2   :   – ook bekend als “Staffordshire Bull-Terrier”        

   – is mooi strak lelijk            

  – valt op door grote domheid          

    – is in staat alleen al door uiterlijk valse katten op de vlucht te jagen        

nr. 3 t/m 6:

  – een groep honden die er enigszins normaal uitzien, maar verder geen opvallende      kenmerken hebben, behalve dan dat wat al in hun naam opgesloten ligt…            

  Een uitzondering dient echter gemaakt te worden voor de KSH. Uit hoofde van zijn beroep komt de auteur wel eens bij mensen thuis, bijvoorbeeld bij leerlingen. Dan overkomt het me wel eens dat ik , in de open voordeur, een vloedgolf van stank ontmoet. Even later komt de veroorzaker er aan waggelen, meestal voorzien van een enorme vacht, waarin zich een hele dierenwereld ontwikkeld heeft: teken,luizen ,vlooien, wantsen, kevers,pissebedden, beddepissers, enz. enz. Er heerst daar een speciale chemie en het is niet uitgesloten dat er door transmutatie de gruwelijke seleno-mercaptanen ontstaan ,stoffen die de wereldtop in stank leveren! In ieder geval kunnen meerdere chemici een proefschrift schrijven over de chemie van de vacht van de KSH. De auteur heeft overleg gepleegd met een vroegere medewerker van het HJL, die gewoonlijk achter in de S-gang huisde : hij had door experimenteren ontdekt dat een aloude theorie over het ontstaan van leven ten onrechte is opzijgezet. Het is heel goed mogelijk dat er in viezigheid vanzelf vieze beesten ontstaan , niet door eieren of overlangse deling ofzo, maar door chemische reacties! Vandaar dat ik de theorie naar voren wil brengen dat er vanzelf pissebedden enz ontstaan in de KSH-vacht.  

Nr 6a: Een belangrijke subcategorie van de Kleine Schijter is de zogenaamde KUITENBIJTER. Deze is na veldwerk van de Kinoloog Van Schaik toegevoegd aan het hondenoverzicht. Een kuitenbijter is een kleine hond met bruine of zwarte strepen of vlekken die heel hard kan rennen. Hij houdt zich op op boerenerven in het gebied tussen Wijk en Werkhoven en ook wel in het Amerongse Bos. Zijn doel is het grijpen van passerende wandelaars, fietsers en zwoegbeesten. Maar zijn methode is niet slim, tenminste niet in het gebied tussen Wijk en Werkhoven. Hij bevindt zich op het boerenerf aan de weg en een naderende fietser kan al van verre zijn bedoelingen doorgronden. Die kan dan de nodige maatregelen nemen, bijvoorbeeld het waterpistool met NH3(aq) in gereedheid brengen. Nee, dan de Kortharige Teckel! Zo pakte de in Woerden beruchte teckel Seppel von Geytius het heel anders aan: ze hield zich verborgen tussen struiken of onder plankieren om zich op het juiste moment met een vliegende sprint op de totaal verraste prooi te storten! Echter, het gebeurde wel eens dat de melkboer bij het hek bleef treuzelen, terwijl hij de struiken afspeurde op de aanwezigheid van de teckel. Die verloor op een gegeven moment het geduld en verprutste zo het verrassingselement. De auteur heeft ook het geval van de Waalse teckel Hercule opgetekend (zie : Avontuur in de Ardennen). Deze had een dermate grote minachting voor de weerbaarheid van Nederlandse kinderen dat ze die gewoon midden op de weg stond op te wachten.        

Nr.7 : Dat is zo’n geval waarvan de leeuwen denken : Ajakkes! Die hoef ik niet want daarvan raken mijn ingewanden van streek!  

Nr 8 : dit is een klein formaat hond die er wanstaltig uitziet.

Nr. 9 : een gedrocht is een grotere hond die er volkomen wanstaltig uitziet. De auteur heeft na langdurig veldwerk deze categorie toegevoegd : zo heeft hij in de Zadelstraat in Utrecht drie afgrijselijke creaturen aangetroffen die daar lui rondwaggelden, de buitenlandse toeristen in gapende verbijstering tot staan brengend. De meer cultureel ontwikkelden zullen hebben gedacht dat er enige monsters uit een doek van Jeroen Bosch zijn weggelopen (ze zijn in Engeland ontstaan uit een bull en een dog).

Vorig jaar heeft de auteur echter in het afgelegen Wijk bij Duurstede het absolute dieptepunt ontdekt: een grotere , afgrijselijke abominatie van de nr.1 van de hierarchie! De intelligente elegantie van de kortharige tekkel is daar gemuteerd tot een volkomen gedrochtelijke lompheid . Overal hangen vellen los ; de blik in de ogen is van een kosmische domheid en het geluid lijkt op een onderaards gerommel.  

nr.10 : een viesje is zo’n klein, muisachtig ding met een matje op zijn rug en een strikje op zijn kop. Ieder normaal iemand heeft de bijna onbedwingbare neiging om dit ding op de slof te nemen!