Schotland 2022

Schotland 2022

Na  2 jaar onthouding ivm corona konden Jacqueline en ik op 15 mei op de ferry naar Newcastle stappen.. Het verlangen naar de Buiten-Hebriden was groot en op grond van een goede weersvoorspelling hadden we op 14 mei al een kaartje bij Calmac gekocht voor de overtocht van Oban naar Barra.
De autorit  naar Hexham, dwars door Newcastle over de A1058 ging zonder problemen. Geen Brits getoeter!
In Hexham wilden we 300 pond trekken en werden daar bij de wisselkoers flink opgelicht… Vrolijk verder en langs Carlisle richting Glasgow.
Tijdens een pauze in een wegrestaurant toch maar even het weerbericht bekeken: o ramp, het was volledig omgedraaid naar regen op de Hebriden.
Toen de wanhoop was weggeebt hebben we besloten richting Cairngorms te rijden. daar zou het beter zijn. Tenslotte  zitten we niet vast aan een huisje.
Calmac was via de telefoon bereidwillig om de boottocht  op 30 mei te zetten.
Het eerste onderkomen zou maar geen tent worden maar B&B of zoiets.
Nou ,de prijzen bleken monsterachtig: we hebben toen voor een hostel gekozen in Dalwhinnie. Het heette The Old School. Toch nog 70 pond ,maar we konden daar koken.
In de vroege ochtend heb ik een wandeling gemaakt naar het enorme Loch Ericht.
Het weer bleek aardig en we zouden op een camping ten zuiden van Newtonmore terechtkunnen: de Invernahon campsite bij Glentruim.
Maar eerst een wandeling!  We kozen voor een wandeling van ca 5 km rond het meer Loch nan Eilean. De autotocht erheen was zonder meer prachtig. Die voerde over de slingerende parallelweg B 970  van de A9. Schitterende frisgroene berken en paardebloemen stonden langs een meanderend riviertje.
Het meer is bijzonder omdat er een kasteelruine instaat. Vanaf de oever hebben we die getekend.

Ruine in Loch an Eilean

In het begin van de B970 zagen we een mooie schilderplek met de Ruthven Barracks als object.
In de avond van 17 mei begint het wel te regenen; het gaat ’s nachts door en de tent wappert flink in de wind. Het is duidelijk dat de tent poreus is geworden, want er is binnen wel water te vinden!
Vandaag, 18 mei, rijden we naar het Rothiemurchus centrum voor een wandelkaart (wordt boekje met kaarten). Het weer is niet betrouwbaar. Maar toch wordt het een leuke dag. We rijden door naar het Cairngorm skicentrum en maken een korte wandeling omhoog in de richting van de Braerich. Later hebben we op de terugweg een tijdje aan de oever van Loch Morlich gezeten

Donderdag 19 mei is een hoogtepunt!
We rijden eerst een stuk op een prachtig weggetje in Glen Feshie aan de verkeerde kant langs de Feshie river. Terug uit en bij Feshie bridge en nu aan de goede kant langs de rivier tot aan de parkeerplaats. We gaan wandelen en zien wel hoever we komen.
De hoge heuvels rondom ons zijn vrij duister maar de lage bomen bewegen glinsterend geelgroen in de zon en de wind. Overal zien we heide; maar vooral de felgele gorse maakt grote indruk
Via een zeer vaag pad dat net na de oversteek van de Allt Fhearnagan komt gaan we richting rivier. Er staat een huis  maar daar blijven we ver vandaan. De rivier is wild en heeft ook een bruine kleur van het veen. De hele entourage nodigt uit om hier lang te mijmeren.
Verderop, bij de brug over de rivier, tekenen we de vallei. Later maak ik hier thuis enige aquarellen en een groot acrylverfschilderij van. Na de 2e beek die bij de rivier uitkomt keren we om. Er komt dan een bos.

Begin van de avond begint het maar eens te regenen. Maar dan zitten we in de tent.

Feshie river
Feshie river vanaf brug richting zuid
Bergen ten westen van Glen Feshie

Vrijdag 20 mei
Om 6 uur is het half zonnig. Maar vannacht om 12 uur moest ik er uit want de Coleman slaapmatras was leeggelopen. Dat is de tweede  al die binnen korte tijd lek raakt!
De vorige werd gratis vervangen door de heer Markus bij Frans de Witte. Ik heb een reserve meegebracht en nu die maar opgeblazen.
Vannacht zag ik zowaar sterrenbeeld Lier hoog aan de hemel staan.
De tent was van binnen helemaal nat. We gaan de hele tent uitruimen en in de zon laten drogen. Onder de binnentent staan allemaal plassen water.
We gaan nu verder zonder binnentent. Ik ga in Aviemore tentspray halen en hopen zo de buitentent  beter waterafstotend te maken. In Aviemore zie ik de eerste teckel!
Als we alles gedroogd en ingeruimd hebben begint het maar weer eens licht te regenen, in de avond veel harder.

Zaterdag 21 mei
We kamperen niet ver van een topvogelgebied: de Inch marshes. We nemen vogelkijker, vogelcamera en van alles mee en gaan naar Invertromie voor een wandeling door de Inch marshes. Echter, in deze tijd is het zwaar knudde. Een Schot vertelt dat het alleen in de winter aardig is. We zien alleen 4 grauwe ganzen. Ook dat nog! Die hebben we genoeg in Nederland…
In de Tromie rivier zien we helaas geen dipper..
De wandeling is wel aardig: we zien zeer uitgebreide korstmossen op de bomen.
In de middag gaan we naar de tweedehandsboekwinkel in Kingussie. Veel leuke boekjes voor hele schappelijke prijzen!

Korstmos in Insh marshes gebied

Zondag 22 mei
Het is bewolkt met wat gedruppel.
We doen een wandeling in de buurt van Feshie bridge om de rivier weer te zien en voor de houten beelden van Frank Bruce. Dit zijn bewerkingen van stukken boomstam en ze zijn echt wel bijzonder!
In de middag doen we het Highland Folk museum

Beeld van Frank Bruce

Maandag 23 mei
Jacqueline heeft een rustdag.
F gaat vroeg weg om Loch nan Eilean met de kasteelruine te schilderen.
Ik ben er al vroeg maar om 8.05 begint het al te regenen! Niet getreurd, de paraplu beschermt het papier wel en ik maak een schets en een aquarel op vrij groot formaat (30×40).
Om 10.15 toch maar weg en dan naar Aviemore voor boodschappen. Om 13.10 weer in de tent met Jacq. Het blijft maar regenen.. Later in de middag wordt het droog en gaan we in de buurt van de camping langs de rivier Truim wandelen. Er staat ook heel veel gorse.
En dan: wonder o wonder! Door de verrekijker zie ik wat beweging op de rotsen in de rivier: een dipper (waterspreeuw)!! Tussen 15 en 15.30 hebben we hem kunnen volgen terwijl hij boven en onder water aan het scharrelen was en zich op de rotsen stond te poetsen.

Waterspreeuw in River Truim

Dinsdag 24 mei
Om 9 uur regen en wolken. We besluiten naar Inverness te gaan. Parkeergarage in Rose street (via internet).
Het leuke is dat in de winkelstraat een grote meeuw rondstapt, uiteraard op zoek naar voer. Totaal niet schuw..
In de second hand bookshop zijn de prijzen flink. We vinden een exemplaar van “Hebridean Sharker “van Tex Geddes voor 50 pond. Toch maar laten gaan. Maar dit boek kopen we later als pocket bij Bol.com (of Amazon?).
Het museum valt tegen: heel weinig schilderijen; wel hele vieze koffie…
In de avond zie ik weer de dipper, nu vlakbij de brug die naast de camping is.

Uitzicht op Loch Morlich vanaf weg bij Cairngorms skistation

Woensdag 25 mei.
Jacqueline jarig!
Het regent weer om 9 uur maar vanaf 11 uur zal het droog zijn.
We gaan vandaag de merkwaardige packhorsebrug bij Carrbridge schilderen.
Die hebben we op de terugweg van Inverness bekeken en gezien dat er een goede schilderplek is en ook een koffiehuis vlakbij voor het toilet.
We konden de Carrbridge schilderen vanuit onze stoelen op een platform schuin beneden de weg en de moderne brug.
Eerst hadden we koffie gedronken in de coffeeshop vlakbij en voor elkaar gekregen dat we daar naar de WC konden. Op het platform kwamen veel bezoekers, oa een fotografieliefhebber uit Liverpool. Hij was uitgebreid bezig met spiegelreflex en statief.
Na 2 uur hadden we onze aquarelen min of meer af en gingen naar het cafe. Daar waren nu nieuwe kelners maar we mochten toch naar het toilet!
Daarna weer langs bij Loch Morlich en vonden daar ook een schilderplek met uitzicht op de Cairngorms. Iets voor later.

Schilderen bij Carr Bridge

Donderdag 26 mei
Het is droog!
Vandaag gaan we de wandeling naar het meertje in Coire an t-Sneachda proberen (wandeling uit boekje).
Om 8.50 vertrekken we in kalm tempo vanaf het Cairngorms ski-station op ca 600 m. We moeten 300 m stijgen.
De wind is stevig, maar het uitzicht toch wel boeiend. Het wordt steeds imponerender naarmate we de Sneachda bergwand naderen. Het pad dooft langzaam uit en we komen tussen een geweldig blokkenterrein dat wel enige honderden meters groot is.
Maar we geven het niet op en komen om 10.50 bij het meertje aan.
Ik maak een “topfoto” van ons tweeen en we worstelen weer gauw terug door het blokkenterrein om in het begin daarvan in de luwte van de harde wind even pauze te houden.
Er kwamen nog een man en vrouw kijken. Maar het blokkenterrein stond hun tegen en na enige afzwaaiers gingen ze weer weg.
Om 11.30 gingen we weer terug. Maar…hoe nu? In de richting van de bergen, waar de wind vandaan kwam zagen we een huiveringwekkend schip met zure appels. Dat hadden de twee anderen ook gezien! Keiharde wind en ijskoude regen striemden plotseling op ons neer! Ik geen regenbroek, Jac wel. Wegwezen; lopen, lopen en lopen, terwijl mijn handen bevroren.
Na een half uur vonden de kwelgeesten het genoeg en de regen doofde langzaam uit.
Omlaag in de regen kon Jac heel hard lopen!
Maar wat smaakte de koffie + gebak in het cafe van het skistation daarna goed!
Om 14 uur gingen we  nog een tijdje het landschap rond Loch Morlich tekenen. We bleven daarvoor wel in de auto  langs de weg bij het skistation.
En daarna maar regenen bij de tent, de hele avond door.

Die tent is lek en op aanraden van de campingbeheerder, een hele geschikte man met een enorme baard, gaan we morgen naar Go Outdoors in Inverness voor een nieuwe tent.

Jacqueline in Coire t-Sneacda

Vrijdag 27 mei
De rit naar Go Outdoors in Inverness leverde geen problemen. Buiten zien we een aantal tenten staan, maar niet de aangeraden katoenen gevallen. Door de verkoper laten we ons toch een opblaastent aanpraten, een Berghaus airbeam van ca 650 pond. Hij was veel duurder, maar met een Go Outdoors lidmaatschapskaart van 5 pond krijgen we hem voor die prijs. Hij is in ieder geval waterdicht, maar hij rammelt ook in de wind .
We gaan na Inverness weer naar de secondhand bookshop in Kingussie en slaan weer wat in. Op de camping kleren wassen en drogen.

Zaterdag 28 mei  17.10
Zittend voor de tent in de zon. In de tent was het om 15.30 warm! Vanmorgen was het andere koek. Hoopvol reden we om 8 uur richting Cairngorm skistation voor een wandeling naar Coire Lochan a Lochan.
Maar… regen, en die bleef… Op het station: regen en mist. Vele Britten gingen toch op pad, maar wij gingen voor het uitzicht. Toen maar naar Glenmore Visitor center voor een rondwandeling naar het groene meer Lochan an Uaine.
Het begon met een brede, stijgende, onverharde weg, maar daarna kwam kilometers lang een moeilijk pad met af en toe steile treden door een bizar pijnbomenbos.
Veel stijgen, maar later nog veel meer dalen. Best griezelig over de natte stenen, maar Jacq deed het goed. De wandelstok is echt een uitkomst!
Onderweg en bij het meer nog meer volk. Het meer was dofgroen, niet opvallend.
Terug ging het over een brede onverharde weg.
In het Visitor centre nog koffie, boodschappen in Tesco Aviemore en weer naar de tent.
Het was 7.5 km. Jacq was moe en ik had last van mijn rechterknie.
In de avond: vergeefs naar dipper uitgekeken. Wel een gele kwikstaart.
Om 22 uur regent het al weer een tijd.

Onderweg naar Lochan an Uaine. Hier in de verte Loch Morlich

Zondag 29 mei
Afscheid van de leuke campingwarden met zijn grote witte baard.
7 uur ontbijt en  daarna tent (oude) afgebroken en de boel ingepakt. Er was weer water door het grondzeil gekomen.
Om 9.30 rijden we richting Oban. Onderweg raak ik begeesterd door de fraaie landschappen, met name het gebied tussen Dalwinnie en Laggan.
11.20: Stronlossit Inn koffie in Roy Bridge.
16.50 komen we aan in Oban : Camping and caravan park ca 5km zuidelijk van Oban over een smalle kustweg.

Nu in de regen in de nieuwe opblaastent.
Dank zij Jacq is het geheim van de sluiting van het ventiel na het opblazen van een luchtbaan ontdekt. Bij mij liep hij na het oppompen steeds leeg…
Het water uit de kraan is lichtgeelbruin. Waarschijnlijk ijzerionen. Op de helling naast de tent staan honderden blauwe boshyacinthen. Een maand later dan in Nederland.

Landschap bij Loch Laggan en Roy Bridge

Maandag 30 mei
We gaan naar Barra.
Om 6.30 regent het. Het aan boord komen viel niet mee. Het bleek dat we op reserve stonden omdat we de ferry van 17 mei verplaatst hadden naar vandaag. Klagen hielp niet, we moesten afwachten.
Gelukkig toch succes!
17 uur. De mistige Hebriden eilanden drijven op de westelijke zee. We varen op een flinke heuvel af. Is dat Barra (395m)? Rechts daarvan zien we een langgerekt hoger massief. Dat is Bein Mhor op Zuid-Uist. Veel meer naar rechts zie ik de hogere bergen van Harris.
Om 17.30 komen we op Barra aan; daar zien we ook het kasteel in de baai. Het dorp heet ook Castlebay.
We gaan op zoek naar een camping en rijden langs de westkust. De eerste heeft na enig aarzelen toch geen plek. We rijden naar de volgende, Barra Wavecrest camping. Daar kunnen we terecht voor 15 pond per nacht.
20 uur. We krijgen de (nieuwe) tent niet goed opgezet.
1. De wind drukt de achterkant tegen de luchtbedden.
Oplossing: 2 extra aantrekpunten aan achterkant maken met klem + touw + haring

2. We houden steeds een knik in de luchtbuizen (Dit is verbeterd door tot 5 a 6 psi op te pompen ipv 4.4; tip van 2 dames op North-Uist met precies dezelfde tent)

3. Rechte tentdeur gaat erg moeilijk dicht: Ben bang voor scheuren tentdoek bij rits.

21.40 Regen….

Vertrek uit Oban richting Barra

Dinsdag 31 mei
6.30 Droog; licht bewolkt
9 uur regen
9.50 regen
Ik ben eerst naar het toeristenbureau van Castlebay gegaan.

16 uur
Terug bij de parkeerplaats in Zuid-Vatersay. We hebben een enerverende middag gehad!
In de ochtend eerst naar het Calmac kantoor om de ferry naar Eriskay te bespreken.
Daarna naar het toeristenbureau dat een echte Winkel van Sinkel is.
Iets gekocht voor Til die op het huis past. Ook haverkoeken.
We zouden vandaag het kasteel in de baai schilderen, maar in het toeristenbureau zag ik een kaart met een foto van een baai op het zuidelijker gelegen eiland Vatersay. Dat leek me een mooi schilderobject! De dame aldaar zei dat er naar toe gewandeld kon worden en wees de globale plek aan.
Inderdaad, “globaal`. Dat hebben we gemerkt!
Op naar Vatersay!
Dit was bereikbaar via een dam aan de zuidkant van Barra. We reden over smalle wegen en zagen onderweg nog aanplakbiljetten met daarop de boottocht  naar Mingulay. Helaas hebben we die niet kunnen doen omdat hij vol was en we snel naar Uist zouden gaan.
We konden parkeren aan het einde van de weg, bij wat huizen en vertrokken met rugzakken,stoelen en een grote tas met schilderspullen in zuidelijke richting. Op de foto van de shieling meende ik de plek te herkennen, omdat er een eiland in zicht was.
Helaas, ik had het verkeerde eiland gegokt.
We kwamen bij het strand aan maar er was geen shieling te zien.. Dan maar verder naar het oosten, ook niks.
Om 13.30 stonden we wat beduusd om ons heen te kijken. Laatste poging: over een lage heuvelkam nog verder naar het oosten. Ja, daar was het! En ook een eiland in het zicht.
Uitgeput kwamen we om 13.50 bij de juiste plek, via wandelingen over rotsen en grassige hellinkjes. We vonden een mooie uitzichtsplek en om 14 uur konden we eindelijk beginnen met de aquarel.
Er kwam regelmatig volk met honden langs de ruines, dus het is een populaire plek.
Helaas werden we regelmatig verrast door regen en daar hadden we nou net niet op gerekend… Toen werd het windstil en ja.. de eerste midge-aanval!
Om15.50 zijn we weer vertrokken, over een hoogje in noordelijke richting.  We konden aan iemand de weg vragen en zo zijn we, begeleid door een schreeuwende kievit  en later langs vele koeien en kalveren naar de parkeerplaats gelopen.
De shieling heet Eorasdail.
18.55 In de tent in de zon!

Uitzicht vanaf tent op Barra

Woensdag 1 juni
De corncrake in het lissenbosje naast de camping is regelmatig luidruchtig aanwezig.
We gaan vandaag een grote tocht doen: de Ben Tangaval die we verderop naar het zuiden zien.
8.45 vertrekken we vanaf het hotel bij Halaman Bay. De P is iets terug ri camping.
De achtertuin van het hotel is een grasveld met talloze bloemen van engels gras. Bijzonder fraai.
We lopen over het in de zon blinkende zand langs de zee, op weg naar het terrein van rotsen en gras dat ten westen van de baai ligt. We vonden het een fantastische wandeling: bloemen, tapuiten en blauwe zee. Uiteindelijk komen we bij het miezerige, nauwelijks herkenbare fort Dun Ban terecht. Ik staar naar de zee, Jacq draait zich om en ziet een otter langsscharrelen! Een hele grote. Hij bleef even rustig staan om naar ons te kijken en kuierde toen verder om tussen de rotsen te verdwijnen. Hij gaat met zo’n traag tempo dat ik hem nog op de foto kan zetten.
Op de helling ten oosten van het fort zien we een nauwe kloof. Die moeten we aan de linkerkant omhoog volgen volgens de beschrijving in het boekje van Mike Townsend (Walking on Uist and Barra).
We gaan niet snel omhoog. Het wordt 300 m stijgen.
12.30     2e pauze
Niet ver van de westgraat, die we volgen naar de top. Het boekje van Townsend geeft een prima routebeschrijving. Het terrein bestaat uit tamelijk steil gras. Geen rotsen, die komen boven pas.
13.50
We zijn nu op de echte top. Daarvoor was een enorme steenman die een foptop bleek te zijn. We hebben eerst nog 2 rustpauzes gehad; bovenin werd  de heuvel alsmaar steniger.
Hier staat een trig punt tussen de vele stenen. Het uitzicht naar de mistige verten is geweldig! Hecla-Ben Mhor zien er wel duister blauwig uit.  De zuidelijke eilanden tot en met Mingulay zijn duidelijker.
We worden al een uur begeleid door enige mooie vogels die voortdurend uuuu! zeggen.
het blijken goudplevieren te zijn. Hele mooie tekening heeft het mannetje.
Jacq heeft het tot nu toe geweldig gedaan! Ook bij de vreselijke afdaling trouwens.

15.40.
De eerste afdaling tot een plateau op 220 m ging makkelijk. Maar die “not difficult grass gully” was toch bijna een verschrikking! Erg steil, vaak modderig en vooral goed zoeken waar je heen ging zonder te vallen. De stok was onontbeerlijk.
We rusten nu op een steen en zien verder beneden een meer met een ruine van een toren.
Om bij de auto te komen moeten we door weilandjes met talloze madeliefjes en over hekken klimmen.
In het meer staat een visser in lieslaarzen.
16.40 Bij de auto
19.05
In de tent. Nog moe
De corncrake gaat maar door in de lissen.

Otter onder aan helling Ben Tangaval
Goudplevier op Ben Tangaval
Op de top van Ben Tangaval

Donderdag 2 juni
6.30 is het half zonnig. De corncrake raspt er weer op los. Ik heb er al regelmatig een tijd gezeten maar hij laat zich niet zien.
8.30 Daar is de regen weer!
We rijden naar de ferryhaven in het noorden. Daar gaan we morgen naar Eriskay.
In de middag rijden we naar een heuvel boven Castlebay en schilderen daar het uitzicht.
In Castlebay bij Calmac: het plan om van North-Uist naar Uig op Skye te varen is in de grond geboord. Die ferry is langdurig volgeboekt.
We vertrekken nu op 6 juni van Lochboisdale in South-Uist naar Mallaig.

Vrijdag 3 juni
5.45 op
Slechte nacht gehad. Vaak wakker. De corncrake is de hele nacht bezig, waarschijnlijk tot woede van de kanokampeerders vlak bij het lissenbosje
Om 7.50 hebben we de boel ingepakt en komen om 8.20 bij de jetty van Aird Mhor in Noord-Barra aan. De zon schittert in het water en er vaart een boot genaamd Pole star
Om 9.15 vertrekt de boot. We arriveren in Eriskay om 10 uur en gaan onmiddellijk op zoek naar het cafe Am Politician, dat doet herinneren aan de schipbreuk van het whiskyschip Politician in 1941. De komische film hebben we 2 keer gezien.
Jacq belt aan, maar helaas zijn ze gesloten tot 12 uur.
We rijden verder naar een behoorlijk verlaten Lochboisdale. Hier kopen we bij Calmac een ferrykaartje van Mallaig naar Armadale op Skye. We willen onze laatste dagen op Skye doorbrengen.
We nemen nog een koffie en rijden dan over Zuid-Uist naar Benbecula. Onderweg een mooi uitzicht op de Ben Mhor en de grote meren. We zien ook nog 2 zwarte teckels langs de weg!
Om 12.20 komen we op de P van Market Stance aan, naast de Waste disposal company.
Weer 2 stoelen, een rugzak en een grote tas met schilderspullen.
De plek bovenop de heuvel Rueval( 104 m) heeft een geweldig uitzicht op het merengebied, Hecla en Ben Mhor. We zijn er om 13.30 en maken ieder een aquarel tot 15.30.
We gaan naar de Moorcroft camping in North-Uist, degene die ik al in 2015 heb bezocht. Onze buurvrouwen hebben dezelfde tent en geven de belangrijke tip over het oppompen tot 6 psi ipv 4.5. We hebben nu geen knik meer in de luchtbanen.
Om 21 uur hangt er een midgewolk in de windschaduw van auto en tent. Gelukkig 3 spuitflessen Avon skin so soft mee!

Zicht op South Uist bergen vanaf Rueval op Benbecula

Zaterdag 4 juni
6.30
De midges hangen voor de tentdeur.
Jacq heeft een rustdag en ik ga naar het vogelreservaat Balranald in North-Uist.
Ik ben er al 2 keer geweest (1999 en 2015) maar ik blijf het een hoogtepunt vinden!
Ik loop over een lange onverharde weg door de machair naar de kust. In het begin is een gebouwtje met WC van de RSPB, waarin plaatjes hangen en waar je vogelspelden kunt kopen.
Langs de kust maak ik een lange tocht; de zee is staalblauw; ik zie vogels in het wier
(bonte strandlopers en bontbekplevieren) en eidereenden en zwarte zee-eenden in het water en op de rotsen.
Er staan vele bloempjes in de machair. Er komt een stuk wetland waarin ik enige rode orchissen zie. De tureluurs krijsen boven me en landen regelmatig op een paal. Op het laatste stuk naar de retourweg zie ik een hoge zandwal met allemaal gaten waar
ik oeverzwaluwen in en uit zie gaan.
We willen de laatste nacht ontspannen in een appartement zitten. We hebben iets geboekt via booking.com in Belford, dat niet ver van Newcastle ligt.

Machair in Balranald

Zondag 5 juni
6 uur : zonnig met wind
Om 8.15 gaan Jacq en ik samen naar Balranald. Onderweg is de weg behoorlijk leeg en hoeven we nauwelijks uit te wijken naar een passeervak.
Tot onze verbijstering zien we 2 keer een velduil over de graslanden rechts van de weg zweven. Auto stil en de vogelcamera gepakt. Te LAAT!!
Om 9 uur komen we bij de RSPB hut aan. We spreken een Engelse vogelaar die wanhopig op zoek is naar de corncrake. Nou, die hadden we net gehoord in het gewassenveld voor de  hut!
10.20 Chillen aan de kust in de zon.
In de verte zien we zomaar de eilanden van St. Kilda. Met het blote oog!!
Een langgerekt eiland en een groepje zeer steile pieken.

Strand van Balranald.
In de verte de bergen van South Uist

Maandag 6 juni
6 uur: zonnig ; de midges wachten bij de tentdeur.
Om 14 uur vertrekt de ferry van Lochboisdale naar Mallaig. Om 9.15 zijn we ingepakt en vertrekken: eerst een bezoek aan het Kildonan museum. Zeer de moeite waard. Vrij groot. 6 pond voor 2 personen.
Allerlei afdelingen: croften, weven, religie, domestic life. Veel oude foto’s. Vroeger woonden hier veel meer mensen dan nu.
De boottocht naar Mallaig is een flinke: 3,5 uur. Zon en sluierwolken, waardoor we steeds op het dek konden blijven.
Fantastische belevenis, met als hoogtepunten:
– het zien van Usinish lighthouse in de verte. Hier was ik in april 2015 en het komt ook voor in de verhalen van Gavin Maxwell over die haaienvangerij.
– springende dolfijnen, waarvan ik er een stel op de foto heb gezet.
– zicht op bergen South-Uist.
– zicht op Rum, Canna, Eigg, Black Cuillins, Knoydart, Ladhar Bheinn.
Helaas blijkt dat alle foto’s vaag zijn. De lucht was erg heiig…

In Mallaig aangekomen rijden we zuidwaarts naar de parallelweg langs de kust om daar een camping te vinden. De ene na de andere is vol! Populair gebied!
Sunnyside croft wil ons wel hebben, voor 30 pond per nacht!!

Dolfijnen in de Hebriden zee
Kusten van Eigg en Rum

Dinsdag 7 juni
Mallaig
Mijn via internet gekochte kaartjes zijn niet op het bureau van Western Isles cruise doorgekomen. Een van die 3 vrouwen heeft slordig gedaan. Uiteraard geven ze mij de schuld. Gelukkig is er nog plaats op de boot naar Inverie in Knoydart, 2 kaartjes  voor 48 pond.
Onderweg in de boot zie ik in de verte de scherpe piek van Sgurr na Ciche, doel van een lange bergtocht vanaf mijn tent bij Loch Arkaig, lang geleden…
In Inverie gaan we in een cafe koffiedrinken en daarna gaan we ieder onze weg om schilderijen te maken van het landschap.
Ik loop ook een stuk langs de Inverie rivier. Dit gebied is veel bewoonder dan de andere kant bij Barrisdale. Daar ben ik vroeger 3x geweest voor bergtochten naar Meall Buidhe en Ladhar Bheinn.

Inverie river in Knoydart
Baai van Inverie.
In de verte Rum

Woensdag 8 juni
Regen en wind..
Dit blijft. We gaan niet meer naar Skye maar naar Northumberland om daar wat dingen te doen. Het weer is daar beter.
We hebben voor 10 juni  bij Billy Shiels in Seahouses een boottocht naar de Farne Islands gereserveerd. Dan kunnen we toch nog puffins zien!
Onderweg naar het zuiden hebben we verschrikkelijke regenbuien op de A1. Om 18 uur komen we op West Kyloe farm camping aan. Het is droog geworden. Dit is een grote, rustige boerencamping niet ver van Lindisfarne. Uitzicht over groene weiden. Eenvoudig sanitair.
Veel vogelzang. Positief punt: Jacq zag een zwarte teckel over het terrein scharrelen.

Donderdag 9 juni
Jacq blijft op de camping. Ik ga een rivierwandeling bij Kelso maken.
Wel aardig, maar na 3 km moet ik al terug omdat ik mijn mobiel op een bankje heb laten liggen. Onderweg zie ik blauwe velden met vlas.
In de middag gaan we op de camping samen het uitzicht van velden, bomen en een huis met rood dak schilderen. Bij mij wordt het weer veel te groen..

Schilderen op camping West Kyloe farm

Vrijdag 10 juni
We zijn op tijd in Seahouses en kunnen met de CC voor 6 pond parkeren voor een hele dag. Groot parkeerterrein aldaar.
Dan begint het wachten bij de boot. Lang.. Druk..
De boottocht zelf is enerverend. De zee is nogal ruw en voortdurend krijgen we een lading zeewater over ons heen. In de buurt van de eilanden beginnen we alken en puffins te zien. We varen langs alle eilanden voordat we op Inner Farne island uitgelaten worden om langs de puffins en de noordse sterns te lopen.
De puffins zitten in holen en scharrelen daar rond en vliegen af en aan naar zee voor visjes. Helaas staan in de buurt van de holen allemaal gemene meeuwen te wachten om hun visjes te ontfutselen.
Ik blijf maar fotograferen en krijg er handigheid in om de vliegende puffins te kieken.

Weer terug bij de tent komen we er achter dat de wind gaat toenemen omdat er een storm uit de VS aankomt. Het waait al zo hard dat we vrezen voor schade aan de tent. We kunnen een plekje in een hostel in Belford regelen voor de nacht van 11/12 juni.
De kleine tent zou wel achter de muur passen, maar helaas ben ik de stokken vergeten….

Puffin op Farne Island

Zaterdag 11 juni
6.30 op en 8.30 ingepakt
We gaan naar Lindisfarne om te schilderen. Rijden over de dam, we kunnen op een redelijke tijd terecht en kunnen wat de terugweg betreft niet eerder dan 15.30 weer over de dam terug. Lekker betalen voor de parkeerplaats en dan een schilderplek voor de abdij vinden. Dwz na de koffie.
Dat lukt; we zetten onze stoelen aan de rand van het kerkhof. Er komen veel mensen maar hebben toch weinig bekijks. Als dit af is weer naar een cafe en dan lopend op weg naar de zee om het uitzicht op het kasteel te schilderen. Dat valt niet mee, want het waait steeds harder.
Op de drukke terugweg over de dam wordt onze rechterspiegel er af gereden.
Ik parkeer 500 m verderop en ren terug over de weg. Autoverkeer stopt, maar spiegel is aan flarden. Dat kan alleen in Nederland hersteld worden (160 E). We komen om 17 uur in het hostel in Belford aan. We zijn de enigen. De WC is 100 m verderop in een ander gebouw.

Lindisfarne Abbey

Zondag 12 juni
Vandaag niet veel uitgevoerd. Wat gelezen, wat gewandeld. En ingepakt.
De oude lekke tent konden we aan de dame van het hostel geven om af te voeren.
Dat hoorde ook bij de Bluebell farm campsite. Om 3 uur konden we terecht in het huis op High Street. Weer spullen naar binnen. Geen wifi en geen bed.
Toen kreeg Jacq een ingeving: de sofa moest uitklapbaar zijn tot tweepersoonsbed.
Toen we het geprobeerd hadden heb ik besloten om maar weer mijn luchtbed uit de auto te halen en daarop te slapen. Wat een prutbed!
In de avond maar TV kijken, lezen en schilderen.

Maandag 13 juni
We hebben het idee gekregen om naar Cuthberts Cave te gaan en die te schilderen.
Het vinden van die grot was niet heel simpel. Op internet stond een vage beschrijving: eerst een stuk over de B6348 ten westen van Belford. Afslag nemen naar South Hazelrigg en dan ergens bij een farm. We misten de afslag (niet aangegeven) en kwamen in Holburn terecht. Ik stapte op een vrouw bij een huis af en die zei meteen: you are looking for Cuthbert’s Cave? Inderdaad!
Het was even terug en verborgen achter een farm was een P waarop al 5 auto’s stonden. We gingen lopen, eerst een lang stijgend pad tussen bomen. Door een hek hen en dan een lang pad op een helling naar een bos. Even verderop naar links en toen zagen we de grote grot liggen. Enorme rotsblokken markeerden de zijkanten en het plafond. Op het plafond was er aarde met weer een aantal grote bomen.
We hebben allebei onze eigen versie van de grot gemaakt.
Er kwam enig bekijks; het is wel een populaire plek. Je kunt er ook in de omgeving wandelen.

En dat was de vakantie.
Terug naar de auto en dan naar de haven van Newcastle, waar de ferry naar IJmuiden wachtte. Op onderstaande foto staat een veld vol met reusachtige papavers.

Northumberland ten westen van Belford